Raadsonderzoek of raadsenquête

De gemeenteraad heeft het recht om zelf onderzoek (enquête) te laten uitvoeren. Het onderzoek kan gaan over het gehele bestuur of een onderdeel van het door de burgemeester of het college gevoerde bestuur. Elk raadslid kan voorstellen om een onderzoek in te stellen. De raad besluit hierover bij gewone meerderheid.

Als de raad besluit om een onderzoek in te stellen moet in het besluit worden opgenomen over welk onderwerp het onderzoek gaat. Zaken die buiten deze omschrijving vallen, mogen dus niet worden onderzocht met de dwangmiddelen die de Gemeentewet mogelijk maakt.

De uitvoering van het onderzoek gebeurt door een onderzoekscommissie van tenminste drie personen. Het horen van getuigen en deskundigen vindt in beginsel in het openbaar plaats. Alleen om ‘gewichtige redenen’ kan een verhoor geheel of gedeeltelijk in beslotenheid plaatsvinden.
Het aftreden van de raad heeft geen gevolgen voor het werk of de werkwijze van de commissie. Wel dient de nieuwe raad in dat geval nieuwe commissieleden uit haar midden te benoemen.
De onderzoekscommissie legt het resultaat van haar werkzaamheden vast in een onderzoeksrapport met conclusies en aanbevelingen. De raad bepaalt op welke wijze het rapport wordt behandeld.

Andere soorten van onderzoek

De raad of een raadscommissie kan besluiten om een lichtere vorm van onderzoek in te stellen. Dit onderzoek kan ook door derden worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld als de raad behoefte heeft aan een second opinion over gecompliceerde of verreikende beleidsvoornemens van het college of over de uitvoering van het beleid. Voor het inschakelen van deze contraexpertise kan een afzonderlijke post op de begroting worden opgevoerd.

De Gemeentewet staat nog drie andere soorten onderzoek toe:

  • De aangescherpte accountantscontrole; die is gericht op het beoordelen van de rechtmatigheid van uitgaven (en daarmee van het bijbehorende beleid). Deze controle vindt plaats aan de hand van de jaarrekening;
  • Een onderzoek door de Rekenkamercommissie op verzoek van de raad (Gemeentewet, artikel 182, lid 2). Deze onderzoeksrapporten kunnen de raad aanknopingspunten bieden voor de controle van het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur;
  • Periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur (Gemeentewet, artikel 213a). Het college rapporteert hierover aan de raad.