Indrukwekkende herdenking van gedeporteerde joden uit Rotterdam en Zuid-Hollandse eilanden
De jaarlijkse herdenking bij Loods 24 in Rotterdam trok op 30 juli veel belangstelling. Er werd stilgestaan bij de ongeveer 7.000 joden die tussen juli 1942 en april 1943 via deze plek zijn gedeporteerd uit Rotterdam en de Zuid-Hollandse eilanden. Onder hen waren 686 kinderen van 1 maand tot en met 12 jaar. Locoburgemeester Adriaan van der Wulp legde namens het gemeentebestuur een krans ter nagedachtenis aan de Hoeksche Waardse slachtoffers.
Via Loods 24 werden de joden op transport gezet naar Kamp Westerbork in Drenthe, en vandaaruit naar vernietigingskampen zoals Auschwitz en Sobibor. Slechts een klein deel van hen overleefde de oorlog. De eerste trein vertrok op 30 juli 1942 – een datum die jaarlijks wordt herdacht bij de gedenkplaats.
Loods 24: een beladen plek
De loods zelf bestaat niet meer. De plek is nu ingericht als herdenkingsgebied, met een deel van de oorspronkelijke muur rondom het terrein en het Joods Kindermonument. Op de boog van dit monument staan de namen en leeftijden van alle 686 kinderen gegraveerd die werden gedeporteerd en vermoord. 1 plaquette is bewust leeg gelaten, als eerbetoon aan de kinderen van wie de namen onbekend zijn gebleven.
Een moment van bezinning en verbondenheid
Tijdens de plechtigheid werden toespraken gehouden, kransen gelegd en 2 minuten stilte in acht genomen. De aanwezigheid van vertegenwoordigers uit verschillende gemeenten, waaronder de Hoeksche Waard, benadrukte de gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze geschiedenis levend te houden. Locoburgemeester Van der Wulp: “Het is belangrijk dat we blijven stilstaan bij wat er is gebeurd. Niet alleen om de slachtoffers te herdenken, maar ook om onszelf en toekomstige generaties te blijven herinneren aan deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis.”
Meer informatie over Loods 24 en het Joods Kindermonument is te lezen op de website van Loods 24.

