Wijziging omgevingsplan voor thema bodemkwaliteit
Gemeente Hoeksche Waard wil zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving. Daarom letten we goed op het gebruik en de bescherming van de bodem. Dit vraagt dan ook om een goed grondbeleid. De bodemkwaliteit moet passen bij de functie die een locatie heeft. In een woonwijk moet de bodem bijvoorbeeld schoner zijn dan op een industrieterrein. Door de invoering van de Omgevingswet wordt het huidige grondbeleid omgezet in een omgevingsplan. Het grootste deel van de regels komt van de landelijke overheid en zijn verplicht. Gemeente Hoeksche Waard kan een aantal regels zelf aanpassen. In de nieuwe regels is er aandacht voor ontwikkelingen in de bodemkwaliteit. Dit gaat niet alleen over chemische stoffen, maar ook over onderwerpen zoals duurzaamheid, digitalisering en natuur.
Het omgevingsplan wordt gewijzigd voor het thema bodemkwaliteit. In het omgevingsplan staan alle lokale regels voor de fysieke leefomgeving. De regels vervangen de gemeentelijke verordeningen, de bestemmingsplannen en de regionale bodembeheernota. Voor het thema bodemkwaliteit zijn nieuwe lokale regels uitgewerkt. Dit gaat over hergebruik en toepassen van grond, graven, saneren, nazorg na saneren en bouwen op verontreinigde grond. Onderwerpen zoals bodemdaling en verdroging komen niet aan bod. Het gaat alleen over de bodemkwaliteit.
De regels gelden voor de regio Zuid-Holland Zuid. Het is dus een regionale aanpak en samenwerking. De bodem stopt namelijk niet bij de gemeentegrenzen. Onze regio kent al sinds 2010 een regionaal bodembeleid, want de opgaven van de gemeenten in de regio zijn grotendeels vergelijkbaar.
De regels gaan over toepassen van bouwstoffen, grond en bagger, bouwen, saneren en graven. Vaak heeft een inwoner hier niet direct mee te maken, maar aannemers en bedrijven wel. Bijvoorbeeld bij de aanleg van kabels en leidingen. Of als voor de bouw gesaneerd moet worden, omdat de kwaliteit van de bodem onvoldoende was. De sanering mag alleen door een erkend bedrijf worden uitgevoerd. Ook baggeren of ophoging van percelen met grond (toepassen van grond of bagger) wordt meestal door een bedrijf gedaan.
Hieronder leggen wij in het kort uit wat nieuw is geregeld ten aanzien van het voorgaande beleid. Hier vullen wij de regels van het Rijk aan. Tot slot leggen wij uit wat verplicht geregeld moet worden in het omgevingsplan.
PFOA
Voor het hergebruik van grond binnen onze regio zijn nieuwe normen opgenomen. Deze bieden meer ruimte dan het landelijk beleid, maar zijn strenger dan de normen uit 2018. De normen zijn gebaseerd op de adviezen van het RIVM en regionaal onderzoek. De normen gelden bijvoorbeeld bij het ophogen van een perceel (toepassen van grond). Er is ook maatwerk mogelijk. Dat betekent dat in een bepaalde situatie afwijken van de normen mogelijk is. Hiervoor zijn wel randvoorwaarden opgesteld. Een van die voorwaarden is dat de locatie waar de grond wordt hergebruikt nooit vuiler wordt en hergebruik nooit leidt tot gezondheidsrisico’s.
Voor het saneren bij de bouw is een strengere norm opgenomen dan vorig jaar landelijk is vastgesteld. De aanscherping is gebaseerd op een advies van het RIVM, waarin staat dat deze norm strenger moet zijn omdat iedereen in Nederland al wordt blootgesteld aan PFAS. De norm geldt bijvoorbeeld bij het bouwen van een nieuwe woning. Bij graafwerkzaamheden moet ook rekening gehouden worden met PFOA, dit is overgenomen uit de voorbeschermingsregels.
Lood
De norm die het Rijk meegeeft is niet voldoende voor een gezonde leefomgeving voor kinderen. Het RIVM, de GGD en provincie adviseren een strengere norm. Dit resulteert in regels met een strengere norm voor het toepassen van grond (afkomstig uit binnen en buiten onze regio) in woonwijken en in volkstuinen.
Voor het saneren bij bouw is ook een strengere norm opgenomen. Deze norm geldt bijvoorbeeld bij het bouwen van een nieuwe woning en bij het toepassen van grond in een woonwijk waar kinderen spelen.
Vluchtige stoffen
Een vluchtige stof is een stof die snel verdampt. Dit treedt ook op in de bodem en dat kan stinken of zelfs gezondheidsklachten veroorzaken. Bijvoorbeeld als de stoffen uit de bodem dampen tot in een woning. In de regels is daarom opgenomen dat de stof bij sanering wordt verwijderd. Afdekken (met bijvoorbeeld een leeflaag) mag niet, want dan kan de stof nog steeds uitdampen.
De stof werd onder de oude wetgeving (voor 2024) ook altijd zo goed mogelijk verwijderd. Alleen de Omgevingswet voorziet hier niet in. Het was opgenomen in de voorbeschermingsregels en wordt nu overgenomen in de lokale regels.
Thermisch gereinigde grond en bouwstoffen als staalslakken, immobilisaat en bodemas
Er is een verbod opgenomen voor het toepassen van thermisch gereinigde grond en bouwstoffen als staalslakken, immobilisaat en bodemas. Van het verbod kan afgeweken worden met een vergunning. Alleen op de juiste manier en de juiste plek mag dit worden toegepast. Dit is bijvoorbeeld onder een grote bedrijfsloods. Maar niet op onverharde plekken of locaties waar in de toekomst vaker gegraven wordt zoals bij kabels en leidingen. De regels geven een sterke grip op deze toepassing en verkleinen de kans op milieuschade. De voorbeschermingsregel is aangepast en overgenomen.
Ecologie
Voor de ecologie is de juiste bodemkwaliteit van belang. Zo mag in wegbermen buiten de bebouwde kom alleen grond van de klasse wonen of schoner worden toegepast. Voorheen mocht hier de klasse industrie worden toegepast, maar dit is niet goed voor de ecologie. Ook zijn er normen opgenomen voor de zuurgraad en het zoutgehalte van de grond. Dit is belangrijk voor de natuur. De zuurgraad en het zoutgehalte moeten aansluiten bij wat in de regio normaal is. Deze waarden zijn nu opgenomen in de regels.
Bedrijven- en industrieterrein
Grond uit de regio van de kwaliteitsklasse industrie mocht al eerder worden toegepast op bedrijven- en industrieterreinen. Dit oude beleid wordt gecontinueerd. Een uitzondering hierop is het circulair bedrijvenpark Ambachtsezoom in Hendrik-Ido-Ambacht, omdat hier ecologische ambities zijn.
Bij het saneren van een bedrijfs- of industrieterrein werd eerder al het afdekken met een zogenaamde leeflaag met een dikte van een halve meter toegestaan. Dit is nu ook in de regels opgenomen.
Kleine graafwerkzaamheden niet meer melden
Er zijn geen landelijke regels meer voor kleine graafwerkzaamheden. De gemeente mag dan ook zelf bepalen deze regels wel of niet over te nemen of aan te passen. Omdat kleine graafwerkzaamheden weinig impact hebben op het milieu, worden deze regels niet overgenomen. Het is niet langer nodig om kleine graafwerkzaamheden te melden.
Makkelijker en sneller werken
Er zijn regels opgenomen zodat Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) van een initiatiefnemer direct alle informatie krijgt, die zij nodig heeft om haar taken uit te kunnen voeren.
Een groot deel van de bodemregels zijn instructieregels van het Rijk en de provincie. De gemeente is verplicht deze regels toe te voegen aan het omgevingsplan. Verder zijn er door het Rijk verschillende onderwerpen gedecentraliseerd. Het betekent dat taken die eerst door het Rijk werden uitgevoerd, nu onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Het gaat om de volgende onderwerpen:
- Graven in de bodem;
- Aanwijzen bodembeheergebied en bodemfunctiekaart;
- Lokale invulling hergebruik van grond;
- Grondwatersanering;
- Nazorg na sanering;
- Omgang met historische bodemverontreiniging;
- Eisen aan bodemkwaliteit voor de bouwvergunning (bodemonderzoek);
- Eisen aan grondwaterkwaliteit voor de bouwvergunning (grondwateronderzoek).
Deze onderwerpen horen ook bij de wijziging van het omgevingsplan voor het thema bodemkwaliteit. De wijziging wordt, met uitzondering van de nieuwe punten, beleidsneutraal doorgevoerd.