Houtstook

Man stopt extra houtblok in brandende kachel

Een open haard, vuurkorf of barbecue aansteken zorgt voor extra warmte en gezelligheid. Het stoken van zo’n houtvuurtje heeft ook een andere kant. Want waar vuur is, is rook. En die rook kan zorgen voor overlast in de omgeving. Rook is slecht voor de gezondheid en de kwaliteit van de lucht. De rook die ontstaat bij het verbranden van hout, zorgt dat er fijnstof in de lucht terecht komt. Dat is ongezond voor uzelf en voor de omgeving. Mensen die problemen hebben met hun luchtwegen zijn hiervoor extra gevoelig. Zij hebben meer en eerder klachten van houtrook, ook bij kleine hoeveelheden.

Wilt u uw open haard of barbecue aansteken? Doe dat dan verstandig en lees onderstaande tips.

  1. Schoorsteen en rookkanaal moeten goed afgestemd zijn op haard of kachel. Met een goed afgestemde en geïsoleerde schoorsteen en rookkanaal worden de rookgassen op de juiste manier afgevoerd. Dit is belangrijk voor de eigen gezondheid en voor het voorkomen van schoorsteenbranden.
  2. Maak een houtvuur aan met aanmaakblokjes en kleine houtjes. Het vuur aanmaken met vloeibare stoffen is uit den boze. Een goede methode is beginnen met dik hout op de as, daarop losse houtjes en aanmaakblokjes en dit aansteken.
  3. Stook alleen droog hout en zet luchttoevoer en klep helemaal open. Vochtig hout brandt niet goed en dat geeft extra veel rook en fijnstof. Zelf hout hakken? Droog het dan minstens twee jaar.
  4. Gebruik nooit geverfd hout of papier. In geïmpregneerd hout of platen zitten veel lijmstoffen. Bij verbranding kunnen dan zeer schadelijke stoffen vrijkomen. Papier en karton geeft veel rook en vliegas.
  5. Stook niet bij windstil of mistig weer. De rook blijft dan hangen en kan plaatselijk veel luchtvervuiling veroorzaken. Een windkracht van minder dan 2 (< 3,3 m/s) op de schaal van Beaufort wordt beschouwd als windstil weer.
  6. Wordt het binnen te warm met de houtkachel aan? In veel gevallen heeft een kachel dan een te grote capaciteit. Het wordt al snel te warm tijdens het stoken, waardoor het vuur vaak wordt getemperd (smoren). Hierdoor komen echter veel meer schadelijke stoffen vrij omdat sprake is van onvolledige verbranding. Stook dan met minder hout. En laat dus ook een houtvuur vanzelf uitbranden in plaats van de luchttoevoer te verminderen.
  7. Ventileer het huis tijdens het stoken. Een houtkachel verbruikt veel minder lucht dan een open haard. Ventileer de woning voortdurend door een raam of deur op een kier te zetten tijdens het stoken. Het vuur kan dan zuurstof aantrekken en de rook kan via de schoorsteen afgevoerd worden.
  8. Controleer de kleur van het vuur. Gekleurde rook (wit, grijs, zwart, blauw) duidt er op dat de verbranding slecht is. De vlam in de houtkachel moet heldergeel zijn en niet flakkeren.
  9. Laat de schoorsteen minstens één keer per jaar goed vegen. Laat dit doen door een erkende vakman. Bij veel inboedelverzekeringen is het laten vegen zelfs verplicht.
  10. Stook niet iedere dag. En zeker niet langer dan vier uur op één dag. Zo blijf je vrienden met de buurt. Als er klachten zijn, is het verstandig een stooklogboek bij te houden, zodat duidelijk wordt of de klachten overeenkomen met de tijdstippen waarop u stookt.

Gaat u hout stoken? Bekijk dan ook eens de ‘Stookwijzer’ op de website van Stookwijzer nu. De Stookwijzer geeft in één oogopslag weer wanneer de omstandigheden gunstig zijn om hout te stoken. Bij windstil of mistig weer blijft de rook hangen en  kunt u beter op een andere dag stoken. Daarnaast kunt u zich aanmelden voor het stookalert van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Bij ongunstige weersomstandigheden en/of een slechte luchtkwaliteit ontvangt u dan een melding per e-mail. Zo weet u precies wanneer het beter is om niet te stoken.

Vaak staat degene die stookt er niet bij stil dat hij/zij overlast veroorzaakt. Inwoners die last ervaren wanneer in de omgeving gestookt wordt, kunnen het beste eerst in gesprek gaan met de stoker. Een goed gesprek en het maken van een paar afspraken is meestal al genoeg om de overlast te verminderen. U kunt ook een logboek bijhouden, om te laten zien wanneer u vooral last heeft. Heeft het bijvoorbeeld te maken met een bepaalde windrichting? Door specifiek te zijn, geeft u de eigenaar de mogelijkheid om er iets aan te doen. De kachel helemaal en altijd uitlaten is niet realistisch, rekening houden met elkaar wel. Komt u er samen niet goed uit, dan kunt u Buurtbemiddeling Hoeksche Waard vragen om hierbij te ondersteunen. Levert dat ook niets op, meld dan de overlast bij team Vergunningen, Toezicht & Handhaving via Publiekszaken 14 0186. De gemeente of omgevingsdienst komt dan mogelijk langs voor een controle of om een bemiddelingstraject met u te bespreken. Overlast of gezondheidsklachten door het stoken kunt u ook melden bij de GGD. De GGD kan meedenken over een mogelijke aanpak van het probleem.

Wettelijk zijn er weinig mogelijkheden die zien op het voorkomen van overlast bij het stoken van (hout)kachels door particulieren. Wel is er regelgeving die gericht is op het brandveilig gebruik van (hout)kachels. Dit is via de Woningwet opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en regelt onder andere de locatie van de kachel, het materiaal waar deze en de rookgasafvoer van is gemaakt, de aanvoer van voldoende verbrandingslucht en de mate van verdunning van het afgevoerde rookgas. Meer informatie over deze wet- en regelgeving vindt u in het document ‘Wat te doen bij klachten over stoken van (hout)kachels door particulieren?’ dat u op deze pagina bij documenten kunt downloaden.

Kijk voor meer informatie over houtstook op de website van Milieu Centraal. Hier staat handige informatie. Of kijk eens op de website van de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid. Ook daar is veel informatie te vinden over het behouden van schone lucht.