Aan de slag met een Milieueffectrapport (MER)
Het doel van een MER is om het milieu een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming van plannen en projecten. We doen voor elk alternatief onderzoek naar de verschillende (milieu)thema’s en beoordelen welk effect dit heeft op de omgeving.
We doen dit voor de volgende milieu)thema’s:
- Verkeer en vervoer
- Verkeersafwikkeling
- Verkeersveiligheid
- Bereikbaarheid
- Leefbaarheid (incl. trillingen en lichthinder)
- Geluid
- Luchtkwaliteit
- Externe veiligheid
- Natuur
- Landschap, cultuurhistorie en archeologie
- Bodem
- Water
- Klimaatadaptatie
- Gezondheid
Stap 1: uitwerken alternatieven
Om de milieueffecten te kunnen beoordelen, werkten we eerst alle alternatieven uit de NRD verder uit op het gebied van onder andere:
- de vormgeving van de kruisingen en aansluitingen;
- de hoogteligging van de weg en de wijze waarop bestaande dijken worden gekruist;
- welke aanvullende maatregelen nodig zijn om woningen en percelen bereikbaar te houden;
- welke maatregelen er aanvullend nodig zijn op bestaande wegen om ervoor te zorgen dat na aanleg van een randweg de bestaande wegen zijn ingericht naar de nieuwe functie van de wegen.
De alternatieven zijn uitgewerkt op het niveau van een schetsontwerp. Deze uitwerking was nodig om de onderzoeken van het MER te kunnen uitvoeren en om bijvoorbeeld geluidberekeningen te kunnen maken. Daarvoor is het belangrijk dat we weten waar de randweg precies ligt en op welke hoogte hij ligt. Deze uitwerking is ook nodig om per alternatief een goede kostenraming te kunnen maken. De uitwerkingen vinden voor het MER alleen op belangrijke hoofdlijnen plaats.
Uitwerking van tracés: wat houdt dit in?
Dit houdt in dat we de vormgeving van de randweg en de vorm van de aansluitingen van bestaande wegen op de randweg hebben bepaald. Daarnaast werkten we ook uit op welke wijze de dijken, zoals de Oud-Cromstrijensedijk Oostzijde, Boomdijk en Bommelskoussedijk door de randweg gekruist worden. Hierbij kijken we ook naar een goede inpassing van de randweg in het landschap. Dit betekende dat de weg in de uitwerking soms plaatselijk nog wat moest opschuiven de ene of de andere richting op. Zo konden we er bijvoorbeeld voor zorgen dat de randweg verder van een woning af komt te liggen of gunstiger ligt ten opzichte van de aanwezige leidingen in de grond. We werkten ook uit wat de weghoogte wordt voor het elk tracé.
Tweebaansweg en rotondes
Tijdens de uitwerking van de varianten maakten wij 2 belangrijke keuzes.
- Wij kozen voor een randweg die bestaat uit 2 rijbanen met 1 rijstrook per richting met een groene middenberm. Deze keuze maakten wij aan de hand van het Handboek Ontwerpcriteria van provincie Zuid-Holland. Hierin staan specifieke eisen voor het ontwerpen van wegen.
- Alle aansluitingen van bestaande wegen sluiten op de randweg aan via een rotonde. Dit is de meest veilige en duurzame oplossing. Voor alle rotondes voerden we ook een verkeerskundige berekening uit om te bepalen welk type rotonde geschikt is. Uit de berekening blijkt dat een enkelstrooksrotonde bijna overal voldoet. Alleen niet bij de N487, wanneer bij alternatief 6 gekozen wordt voor een aansluiting bij de Volgerlandseweg. Deze aansluiting moet dan met een turborotonde (rotonde met meer dan 1 rijstrook) worden vormgegeven.
Aanpassing aan tracés
Bij sommige alternatieve tracés deden wij een aanpassing:
- Alternatief 1: de weg bij de kruising met de Oud-Cromstrijensedijk OZ en de Boomdijk is in oostelijke richting verschoven. Op die manier ligt de weg gunstiger ten opzichte van de aanwezige woningen.
- Alternatief 2: de weg bij de Oud-Cromstrijensedijk OZ is in westelijke richting verschoven. Hierdoor ligt de weg gunstiger ten opzichte van bestaande bebouwing.
- Alternatief 2 en 4: de weg is bij de Boomdijk verschoven in oostelijke richting zodat de weg verder van een bestaande woning ligt. Ook doorsnijden we hierdoor op een wat gunstigere wijze de landbouwpercelen.
- Alternatief 6 variant A: op verzoek van de nutsbedrijven vond op 2 punten een aanpassing plaats.
- De grote boog ten noorden van de Dansersweg in zuidoostelijke richting is verplaatst om op een gunstigere plek het leidingentracé te kruisen.
- Bij het Oude Diep is de weg iets in oostelijke richting opgeschoven, om te zorgen dat de randweg op grotere afstand van de bocht in het leidingentracé komt te liggen.
Voor de uitwerking van de tracés werkten wij samen met verkeerskundigen en landschapsarchitecten van provincie Zuid-Holland, het waterschap Hollandse Delta en Royal HaskoningDHV. Dit deden wij tijdens 5 workshops. Wanneer in de loop van 2022 er een voorkeursvariant is gekozen, gaan we het gekozen tracé meer gedetailleerd uitwerken. Dit doen we dan ook in samenspraak met direct omwonenden, grondeigenaren en andere betrokkenen.
Maatregelen bij bestaande wegen
We keken ook naar welke maatregelen we moeten nemen op bestaande wegen om die zo goed mogelijk te laten functioneren in het aangepaste wegennet. Het gaat dan bijvoorbeeld om de herinrichting van de Molendijk, aanpassingen aan huidige provinciale wegen die straks geen provinciale weg meer zijn of om uitvalswegen van Klaaswaal die drukker worden. Voor deze wegen bepalen we op hoofdlijnen wat de aanpassing moet zijn. De concrete uitwerking daarvan doen we nadat er een voorkeur is uitgesproken voor 1 van de tracés. Bij de uitwerking betrekken we de werkgroep Openbare Ruimte en Verkeer. Wij verwachten dit in het tweede/derde kwartaal van 2022 op te pakken.
Alle uitwerkingen staan op onze website
Voor elke variant van het mogelijke tracé zijn tekeningen en visualisaties gemaakt. Deze geven ons en u een beeld hoe de randweg de verschillende wegen, dijken en watergangen kruist. Zoals gezegd zijn dit uitwerkingen op schetsniveau. U vindt de tekeningen op www.gemeentehw.nl/randwegklaaswaal.
Stap 2: uitvoeren van de onderzoeken van het MER
Na het uitwerken van alle tracés zijn inmiddels de onderzoeken voor het MER gestart. Alle verschillende alternatieven worden op de verschillende (milieu)thema’s die zijn benoemd in de NRD onderzocht. De effecten per thema worden per alternatief onderzocht en afgezet tegen de referentiesituatie (de toekomstige situatie in 2035 als het project Randweg Klaaswaal niet wordt uitgevoerd).
Stap 3: opstellen van het MER
Alle uitkomsten van de verschillende onderzoeken worden beschreven in het MER. Het rapport gaat uitgebreid in op de effecten van de komst van de randweg. Het gaat hierbij om de effecten op natuur, leefomgeving, verkeer, landschap en cultuurhistorie. Het rapport geeft een beeld van de veranderingen die in het gebied optreden als daar de nieuwe randweg wordt aangelegd en bevat daarmee nuttige informatie om afwegingen te kunnen maken voor de besluitvorming.
Wij hopen het MER klaar te hebben eind december 2021/begin 2022.
Overige stappen
Stap 4: besluitvorming voorkeurstracé
Stap 5: uitwerking in bestemmingsplan of omgevingsplan. Bij de terinzagelegging hiervan vragen we Commissie MER om een beoordeling en kunnen mensen eventueel bezwaar en beroep indienen.
Na de vaststelling van het omgevingsplan of omgevingsplan kunnen de werkzaamheden voor de daadwerkelijke aanleg van de randweg voorbereid worden.